maandag 11 april 2016

ms. Baloeran


ms. BALOERAN.

Lengte 175,07 m, breedte 21,45 m. Brt 16.981.

Scheepswerf De Schelde leverde 9 april 1930 het schip af aan de Rotterdamsche Lloyd. Zij werd vooral ingezet voor de geregelde lijndienst op Nederlands Indië. In de 2e wereldoorlog viel zij in handen van de Duitsers het lieten verbouwen tot hospitaalschip en omdoopten tot Strassburg.
Op 1 september 1943, op de reis van Rotterdam naar Hamburg, liep zij 2.5 mijl noord van IJmuiden op een mijn. Het schip werd door de bemanning aan de grond gezet en werd daarna verlaten.
In de nacht van 19 op 20 september 1943 werd het schip bestookt door  Britse motortorpedoboten waarna er brand uitbrak en geheel uitbrandde.
Berging was niet meer mogelijk. De restanten van het wrak liggen nog steeds op 1,3 mijn ten noorden van de Noorderpier in IJmuiden.
Het ms. Dempo was een vrijwel identiek zusterschip van de Baloeran.

ms. Sibajak


ms. SIBAJAK.
Lengte 161,65 m, breedte 19,16 m. Brt 12.040.

Dit prachtige schip werd 28 januari 1928 door scheepswerf De Schelde aan de Rotterdamsche Lloyd opgeleverd. Zij werd tot de 2e wereldoorlog uitbrak vooral ingezet voor de geregelde lijndienst op Nederlands Indië. In de oorlogsjaren ingezet als troepentransportschip.
In 1950 ingericht voor emigrantenverkeer. Vele duizenden landgenoten voeren met het schip naar hun nieuwe vaderland.
In 28 augustus 1959 arriveerde zij in Hong Kong om daar gesloopt te worden.

vrijdag 25 maart 2016

SS. Nieuw Amsterdam.


ss. NIEUW AMSTERDAM. (De Dutch Queen of the Ocean's)

Lengte 215,20 m, breedte 26,82 m. Brt. 36.278.

Werd door de scheepswerf Rotterdamsche Droogdok Maatschappij op 23 april 1938 opgeleverd aan de Holland Amerika Lijn. Zij werd vooral ingezet op de lijndienst Rotterdam - New York. In de 2e wereldoorlog omgebouwd tot troepentransportschip voor het vervoer van 8000 soldaten.
Na de oorlog werd het schip op 6 april 1946 teruggegeven aan de Rederij waarna zij op 26 april in Rotterdam arriveerde. Na een grote verbouwing bij de RDM werd zij weer ingezet op Trans Atlantische dienst tussen Europa en Amerika. Op 8 november 1971 ze voor de laatste lijndienst uit Rotterdam vertrokken.
Daarna is zij vooral ingezet voor cruises vanuit Port Everglades. op 17 december 1973 beëindigde zij haar laatste cruise. Op 2 maart 1974 kwam ze aan in Taiwan waar ze bij de sloper in Kaohsiung is ontmanteld en gesloopt.

Maar weinig schepen hebben zo tot de verbeelding gesproken als dit vlaggenschip van de Nederlandse koopvaardijvloot. Het was ook een prachtig schip met een prachtige zeeg en een oogstrelend interieur.

SS. Queen Elizabeth.


SS. Queen Elizabeth.

RMS Queen Elizabeth is een midden jaren 1930 gebouwd schip door John Brown & Company in Clydebank, Schotland. De Queen Elizabeth is het zusterschip van de Queen Mary.
Lengte 314 m, Breedte 36 m. Brt. 83.000.
Zij behoorde met het ss. Queen Mary en de Franse ss, Normandy tot de drie grootse lijnschepen die rond de jaren 30 en 40 in de vaart kwamen. 
  

ms. Johan van Oldenbarneveld.



    Johan van Oldenbarnevelt

    De Johan van Oldenbarnevelt, later kortstondig bekend als TSMS Lakonia, was een lijnschip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland en kreeg veel bekendheid als troepenschip tijdens de politionele acties.Wikipedia
    Lengte186 m
    Tewaterlating3 augustus 1929
    Breedte23 m

ms. Wilhelm Gustloff


ms. Wilhelm Gustloff.
De Wilhelm Gustloff was een Duits passagiersschip van de nationaalsocialistische organisatie Kraft durch Freude (KdF). Het schip was genoemd naar Wilhelm Gustloff, de vermoorde Duitse leider van de Zwitserse nazipartij. De ondergang van de Wilhelm Gustloff op 30 januari 1945 is de grootste scheepsramp uit de geschiedenis.

De Wilhelm Gustloff werd gebouwd door Blohm & Voss en werd op 5 mei 1937 in aanwezigheid van Adolf Hitler te water gelaten als cruiseschip voor de organisatie Kraft durch Freude. Tussen 1937 en 1939 was het voor dit doel in gebruik. In 1939 na het einde van de Spaanse Burgeroorlog voerde de Wilhelm Gustloff het Condorlegioen terug van Vigo in Spanje naar Hamburg in Duitsland. In 1939 en 1940 werd het vaartuig ingezet alshospitaalschip. Daarna diende het gedurende het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog als onderkomen voor U-boot bemanningen in de haven van Gotenhafen.


Onder dreiging van het oprukkende Rode Leger kreeg de Wilhelm Gustloff de taak om vluchtelingen en gewonde Duitse soldaten uit Oost-Pruisen te evacueren naar de Duitse havenstad Kiel. Het schip werd voor die opdracht uitgerust met luchtafweergeschut en het rode kruis op de schouw werd verwijderd. Op 30 januari 1945 vertrok het schip vanuit de haven van Gotenhafen. Militair commandant Wilhelm Zahn wilde de kans op een aanval door een onderzeeër verkleinen en adviseerde kapitein Friedrich Petersen om dicht bij de kust te blijven, in ondiep water, en geen navigatieverlichting te voeren. Petersen zette echter koers naar diep water, en liet de navigatieverlichting inschakelen toen bleek dat een Duits konvooi van mijnenvegers onderweg was. Diezelfde avond werd de Wilhelm Gustloff ontdekt door de sovjetonderzeeboot S-13, die het schip op 30 kilometer voor de Oostzeekust tussen Großendorf en Leba met drie torpedo's trof. De Wilhelm Gustloff zonk in minder dan een uur.
Hoeveel passagiers er aan boord waren, is niet exact bekend. Naar schatting waren er in ieder geval 50% meer mensen aan boord dan het aantal waarvoor capaciteit in de reddingsboten beschikbaar was.
Als gevolg van de torpedo-explosies ontstond er paniek aan boord. Veel mensen kwamen terecht in het koude water van de Oostzee. Met een watertemperatuur van omstreeks 4°C en een luchttemperatuur van onder de -10°C waren de kansen op overleving gering. Slechts enkele reddingsboten werden met succes in het water neergelaten. De overlevenden, onder wie Zahn en Petersen, werden opgepikt door Duitse schepen die zich in de nabijheid bevonden. Naar het optreden van Zahn stelde de Kriegsmarine een officieel onderzoek in, dat echter niet meer kon worden afgerond door de ineenstorting van het naziregime.
Van de duizenden vluchtelingen en meer dan duizend soldaten en zeelieden aan boord overleefden er slechts 1239 personen de ramp (volgens andere bronnen 966). Die werden door Duitse schepen opgepikt. De meest recente en geaccepteerde schatting gaat uit van ruim 9000 slachtoffers. Daarmee is de ondergang van de Wilhelm Gustloff de grootste scheepsramp in de geschiedenis, in termen van slachtoffers afkomstig van één vaartuig.
Het schip zonk op 55º 07' noorderbreedte en 17º 41' oosterlengte. Deze locatie is een officieel oorlogsmonument en is verboden gebied voor duikers en scheepsbergers.


ss. Statendam III



Statendam 

Nederlandse vlag
Statendam
Geschiedenis
Besteld1921
WerfHarland and Wolff in Belfast
Kiellegging1922
Tewaterlatingseptember 1924
In de vaart genomen11 april 1929
Uit de vaart genomen14 mei 1940
Uit dienst9 december 1939
StatusUitgebrand tijdens de gevechten in Rotterdam mei 1940
gesloopt augustus 1940
ThuishavenRotterdam
Eigenaren
EigenaarHolland-Amerika Lijn
Algemene kenmerken
TypePassagiersschip
Tonnenmaat28.291 brt
Portaal  Portaalicoon  Maritiem
Het s.s. Statendam was een passagiersschip van de Holland-Amerika Lijn (HAL) en het derde schip met die naam van de maatschappij. Toen het schip gereed was, werd het beschouwd als het modernste schip in zijn tijd. Het heeft dienst gedaan van 1929 tot en met 1940 en voer op en neer tussen Rotterdam en New York. Onderweg werden Boulogne-sur-Mer en Southampton aangedaan. Vanaf 1930 werden 's winters ook cruises gemaakt in de Caraïbische Zee.
De Statendam III werd in Belfast gebouwd op de werf van Harland & Wolff. In september 1924 werd hij te water gelaten, waarna de werkzaamheden twee jaar lang onderbroken werden. In april 1927 kreeg de HAL een staatslening van de Nederlandse overheid, waarna het schip naar Schiedam werd gesleept. Op scheepswerf Wilton werd het schip afgebouwd.
Op 11 april 1929 begon de eerste reis naar New York. De laatste reis vertrok op 24 november 1939 uit New York. Tijdens de Meidagen in 1940 lag de Statendam III afgemeerd op Rotterdam-Zuid aan de Wilhelminakade. Zodoende viel het schip reeds de eerste oorlogsdag in Duitse handen. De Duitsers plaatsten een mitrailleur aan boord om vuur uit te kunnen brengen op de Nederlandse verdedigers aan de andere oever van de Nieuwe Maas, die op hun beurt het vuur beantwoordden. Tijdens deze gevechten brak in de middag van 11 mei brand uit aan boord van de Statendam. Blussen bleek door de oorlogshandelingen onmogelijk en in de volgende dagen brandde de Statendam geheel uit. De verwoeste Statendam III werd in augustus 1940 gesloopt.

woensdag 27 januari 2016

ss. Statendam 2. (Justitia)


ss. Statendam II



Statendam1917.jpg
Geschiedenis
WerfHarland and Wolff in Belfast
Kiellegging11 juli 1912
Tewaterlating9 juli 1914
In dienst7 april 1917
StatusOp 20 juli 1918 gezonken na torpedering door twee Duitse U-boten
Eigenaren
EigenaarHolland-Amerika Lijn
Gevorderd door de Britse regering op 7 juli 1916
In beheer bij Cunard Line, daarnaWhite Star Line
Algemene kenmerken
TypePassagiersschip
Lengte237 meter
Breedte26,3 meter
Tonnenmaat32.234 brt
Passagiers3430
Troepencapaciteit circa 4000
Voortstuwing en vermogentwee quadruple 4 cilinderstoommachines voor zijschroeven en een stoomturbinevoor centrale schroef
Vaart18 knopen
Portaal  Portaalicoon  Maritiem
Het passagiersschip Justicia is op stapel gezet als de Statendam (II) voor de Holland-Amerika Lijn en was in 1912-1914 in aanbouw, maar als gevolg van de Eerste Wereldoorlog heeft het nooit als zodanig dienst gedaan.
In maart 1912 kwam het plan om een Nederlands stoomschip naar model van de RMS Titanic te bouwen, maar kleiner en met één schoorsteen minder. Het schip werd gebouwd bij Harland and Wolff in Belfast. De kiel werd gelegd op 11 juli 1912 en de tewaterlating vond plaats op 9 juli 1914. In augustus 1914 moest de afbouw echter worden stilgelegd als gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Vordering[bewerken]

Het onafgewerkte schip werd op 7 juli 1916 door de Britse regering gevorderd om ingericht te worden als troepentransportschip. Het zou in beheer worden gegeven van de Cunard Line ter vervanging van de getorpedeerde Lusitania. Het stond op de zesde plaats op de ranglijst van grootste passagiersschepen ter wereld. Door personeelstekorten bij Cunard werd het schip echter op 7 april 1917 onder de naam Justiciaovergedragen aan de White Star Line, dat een bemanning overhad, nadat de Britannic op een mijn was gelopen op 21 november 1916. Er konden 4300 militairen aan boord.

Torpedering[bewerken]

Op 19 juli was de Justicia op weg van Belfast naar New York in konvooi OLX 39. Zo'n 15 zeemijl ten zuiden Skerryvore (een vuurtoren op een van de kleine eilandjes behorende tot Schotland) werd het getorpedeerd door een U-boot, de UB-64. Het schip maakte slagzij, maar haar waterdichte compartimenten behoeden haar voor zinken. Om het schip te redden werden torpedobootjagers ingezet om de Justicia naar veiliger wateren te loodsen. Ondanks deze escorte slaagde de UB-64 er toch nog in om opnieuw twee voltreffers te plaatsen. Nog steeds zonk het schip niet.
Het merendeel van de bemanning, die het gebeuren met de Britannic nog vers in het geheugen hadden, had ondertussen al de Justicia verlaten, zodat nog maar enkele bemanningsleden aan boord van het schip overbleven. De Justicia werd door de Sonia op sleeptouw genomen om het naar ondieper water te slepen waar het veilig aan de grond kon gezet worden.
Ondertussen lag de vijandelijke U-boot nog steeds op de loer en enkele uren later sloeg de duikboot opnieuw toe. Een vierde torpedo werd afgevuurd naar de reeds danig toegetakelde Justicia. De torpedo trof doel, maar ook de UB-64 werd door torpedobootjagers geraakt. De duikboot slaagde er wel in om weg te vluchten. De Justicia was nog steeds drijvende en de poging het schip van de ondergang te redden ging verder. De UB-64 had echter de positie van het getroffen schip kunnen doorgeven aan een andere duikboot, de UB-124. De volgende dag om 9 uur 's morgens vuurde de UB-124 twee torpedo's af op de Justicia. Deze laatste twee voltreffers waren te veel voor het zwaar gehavende schip. Tegen de middag kapseisde het schip en kort daarna was het schip gezonken. 16 man uit de machinekamer kwamen hierbij om. Het wrak ligt er nog steeds, in goede conditie.
De UB-124 werd door de torpedobootjagers MarneMilbrook en Pigeon met dieptebommen bestookt en werd op zijn beurt tot zinken gebracht. Twee bemanningsleden konden zich nog redden en werden alskrijgsgevangenen opgepikt.

ss. SCHELDE


ss. EMPRESS of BRITAIN


Empress of Britain ( 1931)

De RMS Empress of Britain was een Brits passagiersschip van 42.348 ton. Ze werd gebouwd en afgewerkt in mei 1931 op de scheepswerf John Brown & Co Ltd, Clydebank. De eigenaar was Canadian Pacific Steamships Ltd, MontrealCanada. Haar thuishaven was Londen. De RMS Empress of Britain had op 26 oktober 1940, toen ze vertrokken was vanuit Port Twefik in Egypte aan de Rode Zee bij het Suezkanaal, 623 opvarenden aan boord. Haar reisroute liep via Kaapstad naar Liverpool. Ze had als lading ook 300 ton suiker en 300 ton overheidsgoederen bij .

Geschiedenis[bewerken]

In maart 1940 bracht ze troepen van Australië naar Europa en bracht toen Britse troepen van Suez via Kaapstad. Het verlies van het trotse passagiersschip RMS Empress of Britain, gebeurde op 26 oktober 1940, toen de ongeëscorteerde RMS Empress of Britain, met kapitein Charles Havard Sapsworth als gezagvoerder, werd aangevallen door een Duitse Fw Condor-bommenwerper, van de 2./KG 40 Gruppe, met piloot Oblt. Bernhard Jope, die twee bommen van 250 kg dropte op het passagiersschip. Dat gebeurde op 54°53’ N. en 10°49’ W. op 70 zeemijl ten noordwesten van de Araneilanden, met coördinatie van Donegal.
De meesten van de 416 bemanningsleden, twee artilleristen en 205 passagiers (militair personeel en hun families) verlieten het schip, en aan boord bleef slechts de eigenlijke kaderbemanning over. De passagiers werden opgenomen door HMS Echo (H 23) (Cdr. S.H.K. Spurgeon, DSC, RAN), de Britse A/S trawler HMS Cape Arcona en ORP Burza (H 73) (LtCdr. Pitulko), die het passagiersschip op sleeptouw namen tot zij door HMS Marauder (W 98) (Lt. W.J. Hammond, RNR) en HMS Thames werden overgenomen, die op doortocht waren naar de Clyde. Later namen de sleepboten HMS Seaman (W 44) en Raider ook aan de bergingsoperatie deel.
Het bergingskonvooi had een snelheid van 4 knopen (7,40 km/u) en werd begeleid door HMS Broke (D 83) (Cdr. B.G. Scurfield, RN) en HMS Sardonyx (H 26) (LtCdr. R.B.S. Tennant, RN). Men kreeg in de loop van de dag luchtdekking van Short Sunderland-watervliegtuigen. Op 28 oktober, werden 3 torpedo’s afgevuurd door de U-32 van kptlt. Hans Jenisch die de Empress of Britain in de scheepsflank troffen. De U-32 had het konvooi bijna 24 uur gevolgd, en sloeg ten noordwesten van Bloody Foreland (county Donegal) toe. 25 bemanningsleden en 20 passagiers werden hierbij gedood. De Empress of Britain zonk weg in positie 55°16’ N. en 09°50’ W. Van de 623 opvarenden overleefden 578 deze scheepsramp.

Hr. Ms. DE RUYTER C801


Hr. Ms. FRIESLAND. D812


Hr. Ms. KAREL DOORMAN R81


ss. PASTEUR


SS Pasteur (1938)

Van Wikipedia, de gratis encyclopedie

SS Pasteur
Geschiedenis
Naam:
  • Pasteur (1939-1957)
  • Bremen (1957-1972)
  • Regina Magna (1972-1977)
  • Saudiphil I (1977-1980)
  • Filippijnen Saudi I (1980) [1]


Algemene karakteristieken
Type:
  • Ocean liner (1939-1940
  • Troopship en hospitaalschip (1940-1945)
  • Troopship (1945-1946)
  • Ocean liner en cruiseschip (1956-1972)
  • Cruiseschip (1972-1974)
  • Accommodatie schip (1974-1977)
  • Drijvend hotel (1977-1980)
tonnage:
  • 29.253 BRT (Pasteur)
  • 32.336 brt (Bremen, 1957)
  • 32.360 brt (Bremen, 1966)
  • 23.801 BRT (Regina Magna) [1]
Lengte:212,4 m (696 ft 10 in) [1]
Breedte:26,8 m (87 ft 11 in) [1]
dekken:11 decks


capaciteit:
  • 751 passagiers: 1122, 287, of 275 in de 1e klas; 126 in 2de klas; 338 in de 3e klasse (Pasteur)
Bemanning:540 
SS Pasteur was een turbine stoomschip gebouwd voor Compagnie de Navigation Sud-Atlantique . Ze later zeilde als Bremen voor Norddeutscher Lloyd . In de loop van haar carrière, voer zij gedurende 41 jaar onder vier namen en zes vlaggen landen ". [1]

ss. BRABANTIA


ss. City of Paris


ss. FRANCE


Rotterdam 1 t/m 6


ss. Rotterdam 1

ss. Rotterdam 2

ss. Rotterdam 3

ss. Rotterdam 4

ss. Rotterdam 5
 ms. Rotterdam 6