woensdag 27 januari 2016

ss. Statendam 2. (Justitia)


ss. Statendam II



Statendam1917.jpg
Geschiedenis
WerfHarland and Wolff in Belfast
Kiellegging11 juli 1912
Tewaterlating9 juli 1914
In dienst7 april 1917
StatusOp 20 juli 1918 gezonken na torpedering door twee Duitse U-boten
Eigenaren
EigenaarHolland-Amerika Lijn
Gevorderd door de Britse regering op 7 juli 1916
In beheer bij Cunard Line, daarnaWhite Star Line
Algemene kenmerken
TypePassagiersschip
Lengte237 meter
Breedte26,3 meter
Tonnenmaat32.234 brt
Passagiers3430
Troepencapaciteit circa 4000
Voortstuwing en vermogentwee quadruple 4 cilinderstoommachines voor zijschroeven en een stoomturbinevoor centrale schroef
Vaart18 knopen
Portaal  Portaalicoon  Maritiem
Het passagiersschip Justicia is op stapel gezet als de Statendam (II) voor de Holland-Amerika Lijn en was in 1912-1914 in aanbouw, maar als gevolg van de Eerste Wereldoorlog heeft het nooit als zodanig dienst gedaan.
In maart 1912 kwam het plan om een Nederlands stoomschip naar model van de RMS Titanic te bouwen, maar kleiner en met één schoorsteen minder. Het schip werd gebouwd bij Harland and Wolff in Belfast. De kiel werd gelegd op 11 juli 1912 en de tewaterlating vond plaats op 9 juli 1914. In augustus 1914 moest de afbouw echter worden stilgelegd als gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Vordering[bewerken]

Het onafgewerkte schip werd op 7 juli 1916 door de Britse regering gevorderd om ingericht te worden als troepentransportschip. Het zou in beheer worden gegeven van de Cunard Line ter vervanging van de getorpedeerde Lusitania. Het stond op de zesde plaats op de ranglijst van grootste passagiersschepen ter wereld. Door personeelstekorten bij Cunard werd het schip echter op 7 april 1917 onder de naam Justiciaovergedragen aan de White Star Line, dat een bemanning overhad, nadat de Britannic op een mijn was gelopen op 21 november 1916. Er konden 4300 militairen aan boord.

Torpedering[bewerken]

Op 19 juli was de Justicia op weg van Belfast naar New York in konvooi OLX 39. Zo'n 15 zeemijl ten zuiden Skerryvore (een vuurtoren op een van de kleine eilandjes behorende tot Schotland) werd het getorpedeerd door een U-boot, de UB-64. Het schip maakte slagzij, maar haar waterdichte compartimenten behoeden haar voor zinken. Om het schip te redden werden torpedobootjagers ingezet om de Justicia naar veiliger wateren te loodsen. Ondanks deze escorte slaagde de UB-64 er toch nog in om opnieuw twee voltreffers te plaatsen. Nog steeds zonk het schip niet.
Het merendeel van de bemanning, die het gebeuren met de Britannic nog vers in het geheugen hadden, had ondertussen al de Justicia verlaten, zodat nog maar enkele bemanningsleden aan boord van het schip overbleven. De Justicia werd door de Sonia op sleeptouw genomen om het naar ondieper water te slepen waar het veilig aan de grond kon gezet worden.
Ondertussen lag de vijandelijke U-boot nog steeds op de loer en enkele uren later sloeg de duikboot opnieuw toe. Een vierde torpedo werd afgevuurd naar de reeds danig toegetakelde Justicia. De torpedo trof doel, maar ook de UB-64 werd door torpedobootjagers geraakt. De duikboot slaagde er wel in om weg te vluchten. De Justicia was nog steeds drijvende en de poging het schip van de ondergang te redden ging verder. De UB-64 had echter de positie van het getroffen schip kunnen doorgeven aan een andere duikboot, de UB-124. De volgende dag om 9 uur 's morgens vuurde de UB-124 twee torpedo's af op de Justicia. Deze laatste twee voltreffers waren te veel voor het zwaar gehavende schip. Tegen de middag kapseisde het schip en kort daarna was het schip gezonken. 16 man uit de machinekamer kwamen hierbij om. Het wrak ligt er nog steeds, in goede conditie.
De UB-124 werd door de torpedobootjagers MarneMilbrook en Pigeon met dieptebommen bestookt en werd op zijn beurt tot zinken gebracht. Twee bemanningsleden konden zich nog redden en werden alskrijgsgevangenen opgepikt.

ss. SCHELDE


ss. EMPRESS of BRITAIN


Empress of Britain ( 1931)

De RMS Empress of Britain was een Brits passagiersschip van 42.348 ton. Ze werd gebouwd en afgewerkt in mei 1931 op de scheepswerf John Brown & Co Ltd, Clydebank. De eigenaar was Canadian Pacific Steamships Ltd, MontrealCanada. Haar thuishaven was Londen. De RMS Empress of Britain had op 26 oktober 1940, toen ze vertrokken was vanuit Port Twefik in Egypte aan de Rode Zee bij het Suezkanaal, 623 opvarenden aan boord. Haar reisroute liep via Kaapstad naar Liverpool. Ze had als lading ook 300 ton suiker en 300 ton overheidsgoederen bij .

Geschiedenis[bewerken]

In maart 1940 bracht ze troepen van Australië naar Europa en bracht toen Britse troepen van Suez via Kaapstad. Het verlies van het trotse passagiersschip RMS Empress of Britain, gebeurde op 26 oktober 1940, toen de ongeëscorteerde RMS Empress of Britain, met kapitein Charles Havard Sapsworth als gezagvoerder, werd aangevallen door een Duitse Fw Condor-bommenwerper, van de 2./KG 40 Gruppe, met piloot Oblt. Bernhard Jope, die twee bommen van 250 kg dropte op het passagiersschip. Dat gebeurde op 54°53’ N. en 10°49’ W. op 70 zeemijl ten noordwesten van de Araneilanden, met coördinatie van Donegal.
De meesten van de 416 bemanningsleden, twee artilleristen en 205 passagiers (militair personeel en hun families) verlieten het schip, en aan boord bleef slechts de eigenlijke kaderbemanning over. De passagiers werden opgenomen door HMS Echo (H 23) (Cdr. S.H.K. Spurgeon, DSC, RAN), de Britse A/S trawler HMS Cape Arcona en ORP Burza (H 73) (LtCdr. Pitulko), die het passagiersschip op sleeptouw namen tot zij door HMS Marauder (W 98) (Lt. W.J. Hammond, RNR) en HMS Thames werden overgenomen, die op doortocht waren naar de Clyde. Later namen de sleepboten HMS Seaman (W 44) en Raider ook aan de bergingsoperatie deel.
Het bergingskonvooi had een snelheid van 4 knopen (7,40 km/u) en werd begeleid door HMS Broke (D 83) (Cdr. B.G. Scurfield, RN) en HMS Sardonyx (H 26) (LtCdr. R.B.S. Tennant, RN). Men kreeg in de loop van de dag luchtdekking van Short Sunderland-watervliegtuigen. Op 28 oktober, werden 3 torpedo’s afgevuurd door de U-32 van kptlt. Hans Jenisch die de Empress of Britain in de scheepsflank troffen. De U-32 had het konvooi bijna 24 uur gevolgd, en sloeg ten noordwesten van Bloody Foreland (county Donegal) toe. 25 bemanningsleden en 20 passagiers werden hierbij gedood. De Empress of Britain zonk weg in positie 55°16’ N. en 09°50’ W. Van de 623 opvarenden overleefden 578 deze scheepsramp.

Hr. Ms. DE RUYTER C801


Hr. Ms. FRIESLAND. D812


Hr. Ms. KAREL DOORMAN R81


ss. PASTEUR


SS Pasteur (1938)

Van Wikipedia, de gratis encyclopedie

SS Pasteur
Geschiedenis
Naam:
  • Pasteur (1939-1957)
  • Bremen (1957-1972)
  • Regina Magna (1972-1977)
  • Saudiphil I (1977-1980)
  • Filippijnen Saudi I (1980) [1]


Algemene karakteristieken
Type:
  • Ocean liner (1939-1940
  • Troopship en hospitaalschip (1940-1945)
  • Troopship (1945-1946)
  • Ocean liner en cruiseschip (1956-1972)
  • Cruiseschip (1972-1974)
  • Accommodatie schip (1974-1977)
  • Drijvend hotel (1977-1980)
tonnage:
  • 29.253 BRT (Pasteur)
  • 32.336 brt (Bremen, 1957)
  • 32.360 brt (Bremen, 1966)
  • 23.801 BRT (Regina Magna) [1]
Lengte:212,4 m (696 ft 10 in) [1]
Breedte:26,8 m (87 ft 11 in) [1]
dekken:11 decks


capaciteit:
  • 751 passagiers: 1122, 287, of 275 in de 1e klas; 126 in 2de klas; 338 in de 3e klasse (Pasteur)
Bemanning:540 
SS Pasteur was een turbine stoomschip gebouwd voor Compagnie de Navigation Sud-Atlantique . Ze later zeilde als Bremen voor Norddeutscher Lloyd . In de loop van haar carrière, voer zij gedurende 41 jaar onder vier namen en zes vlaggen landen ". [1]

ss. BRABANTIA


ss. City of Paris


ss. FRANCE


Rotterdam 1 t/m 6


ss. Rotterdam 1

ss. Rotterdam 2

ss. Rotterdam 3

ss. Rotterdam 4

ss. Rotterdam 5
 ms. Rotterdam 6